Kennisbank
In de kennisbank delen we relevante ERTMS informatie voor de spoorsector. We lichten onderwerpen toe die alle spoorpartijen aangaan, zoals ketenbeheer en stelselmanagement. We stellen ook documentatie beschikbaar voor partijen die zich voorbereiden op de komst van ERTMS, maar niet direct zijn aangesloten bij het programma.
Onderwerpen
Documenten
Begrippenlijst ERTMS
Werken met ERTMS brengt een hele set oude en nieuwe begrippen met zich mee. Daarom zette het programma zich samen met expert machinisten en treindienstleiders in om een compleet overzicht te maken van ERTMS begrippen. Deze begrippenlijst is geschikt voor mensen die werken met ERTMS. Voor deze lijst maakten we gebruik van de Richtlijn Gebruikersprocessen ERTMS level 2 van ProRail, het Generic ETCS Drivers Handboek en de Driver Machine Interface van de ERA.
Alle vragen
Aankondiging leveltransitie
AHABV
Afkorting ter aanduiding van de maatregelen die de treindienstleider dient te nemen om uitbreiding van een onveilige situatie, calamiteit of onregelmatigheid te voorkomen. Dit zijn:
Alarmoproep GSM-R uitzenden;
Herroepen van seinen (indien noodzakelijk);
ARI uitzetten voor betreffende planregels (indien noodzakelijk);
Buurtreindienstleider informeren (indien noodzakelijk);
Veiligheidsmaatregelen nemen, verhinderen van rijweginstelling.
Automatische Trein Beïnvloeding Nieuwe Generatie
Systeem dat de maximale snelheid van de trein bewaakt. Het systeem werkt niet met vaste snelheden, maar geeft op basis van treineigenschappen een remadvies aan de machinist door een boog van lampjes aan de buitenring van de snelheidsmeter. Verder krijgt de machinist informatie over de afstand tot een snelheidsverlaging of stoptonend (rood) sein.
Het systeem bewaakt de snelheid van de trein tot aan stilstand. De code wordt met behulp van bakens in het spoor aan de trein verzonden.
Baanapparatuur
De apparatuur met het oog op de uitwisseling van informatie met het voertuig voor een veilig toezicht op het treinverkeer. De uitgewisselde informatie tussen spoor en trein kan continu of puntsgewijs zijn, afhankelijk van het ERTMS/ETCS-level en de aard van de informatie zelf. (Engels: Trackside equipment).
Conditional Emergency Stop
Voorwaardelijke noodremming. ERTMS functionaliteit die ervoor zorgt dat de trein tot stilstand wordt gebracht voor een gedefinieerde locatie mits de trein die locatie nog niet gepasseerd is. Als de trein die locatie nog niet gepasseerd is wordt de trein tot stilstand gebracht met een normale remming of noodremming afhankelijk van de snelheid van de trein en zijn afstand tot de locatie.
Cold Movement Detector
Voor een trein die beschikt over een CMD wordt de laatst opgeslagen positie weer als geldig beschouwd, mits het ETCS-treinsysteem kan vaststellen dat de trein niet is verplaatst bij uitgeschakelde stroomvoorziening.
Voor een trein die niet beschikt over een zogenaamde 'Cold Movement Detector' is de treinpositie bij starten na inschakelen van de stroomvoorziening altijd onbekend.
Gereedmaken
Bij een melding van gestoorde of defecte infra moet de treindienstleider, naast toepassen AHABV en alarmeren/informeren conform de beslisboom treindienstleider, ook nog andere stappen volgen. Namelijk: de urgentie van herstel bepalen aan de hand van de logistieke impact, afstemmen met DVL (Decentrale Verkeersleider ) over verdelingsbesluit(en), afstemmen met Meldkamer Spoor/OBI over herstel, medewerking verlenen aan PCA (Proces Contract Aannemer) m.b.t. analyse en herstel (buitendienststelling).
Gevaarzetting
De treindienstleider en/of machinist/bestuurder constateert dat er sprake is van gevaarzetting in elk van de volgende situaties:
een botsing of aanrijding;
een ontsporing;
een trein die door een open overweg is gereden;
een trein heeft een persoon bijna aangereden;
twee treinen die onbedoeld in hetzelfde blok staan binnen een afstand van 20 meter van elkaar.
Global System for Mobile communications-Rail
Een systeem voor radiocommunicatie voor spoorw e gen. Het is gebaseerd op GSM techniek , maar maakt gebruik van andere frequenties en heeft daarnaast extra functionaliteiten. Het is exclusief beschikbaar voor de spoorwegen. GSM-R faciliteert de communicatie tussen treindienstleider en machinist (GSM-R Voice) en bij ERTMS (vanaf ERTMS level 2) de communicatie tussen trein-en walsysteem (GSM-R Data).
Level 1
Een level waarbij de ETCS informatie aan de trein wordt overgebracht met behulp van balises. Movement Authorities (MA’s) en informatie over de infrastructuur worden op deze manier doorgegeven aan de trein. De positie en integriteit van de trein wordt bepaald door spoordetectie, zoals spoorstroomlopen of assentellers.
Level 2
Een level van ERTMS / ETCS dat gebruikmaakt van een GSM-R data verbinding om Movement Authorities (MA’s) en informatie over de infrastructuur door te geven aan de trein.
De trein geeft via deze verbinding aan de walapparatuur informatie over de mode, snelheid, lengte en locatie van de trein. Aanvullend worden spoordetectie (spoorstroomlopen of assentellers) gebruikt om de positie en integriteit van de trein te bepalen.
Level 3
Een level van ERTMS / ETCS dat gebruikmaakt van een GSM-R data verbinding om Movement Authorities (MA's) en informatie over de infrastructuur door te geven aan de trein.
De trein geeft via deze verbinding aan de walapparatuur informatie over de mode, snelheid, lengte en locatie van de trein. Level 3 gebruikt de door de trein gemelde positie en integriteit om te bepalen of het veilig is om de MA te verstrekken. Level 3 wordt nog nergens in Nederland toegepast.
Linking
Gelinkte balises zijn balises met een functionaliteit die ervoor zorgt dat de trein vantevoren weet waar de volgende balisegroep ligt.
Deze informatie wordt o.a. gebruikt om de nauwkeurigheid van de odometrie te bepalen en eventueel te corrigeren. En daarmee dus ook de exacte positie van de trein zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen.
Limit of Authority
Leider Werkplek Beveiliging
Heeft de leiding binnen de buitendienststelling ten aanzien van de veiligheid in het kader van NVW-regelgeving. De LWB coördineert de verschillende veiligheidstaken, onderhoudt het contact met de treindienstleider en verschillende operationeel verantwoordelijken, zoals de uitvoerder en de projectleider.
Meldkamer Spoor / OBI
Mode OS - On Sight
Mode SR – Staff Responsible
ETCS mode waarin de ERTMS/ETCS boordapparatuur de machinist/bestuurder in staat stelt de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor de beweging van een trein in een ERTMS/ETCS gebied. De ERTMS/ETCS boordapparatuur zal in deze mode een snelheidsbeperking opleggen en de rijrichting vooruit controleren. De machinist mag rijden na toestemming van de treindienstleider.
Non-Leading / Niet leidend krachtvoertuig
Als een niet leidend krachtvoertuig moet worden bediend door een machinist/bestuurder, dan wordt in dit krachtvoertuig de mode NL (Non Leading) gebruikt.
Niet te verwarren met een krachtvoertuig dat tractie (trekkracht) levert voor de trein en bediend wordt vanuit een ander gekoppeld krachtvoertuig (Multiple). In deze situatie staat de ERTMS/ETCS boordapparatuur van het niet leidende krachtvoertuig in de mode sleeping.
Non-stopping area
Gedeelte van het spoor, waarbij het in geval van calamiteiten niet wenselijk is om tot stilstand te komen i.v.m. bereikbaarheid voor hulpdiensten. Bijvoorbeeld als er aan de noodrem wordt getrokken, dan mag de machinist in op dit gedeelte van het spoor de noodrem afwijzen of overnemen, zodat de trein buiten de non-stopping area tot stilstand komt.
Onbekende treinpositie
Het ERTMS / ETCS walsysteem verstrekt autorisaties aan treinen op basis van de door de trein gemelde positie. Treinen melden hun actuele positie als afstand ten opzichte van een gepasseerde referentiebalisegroep. Het kan voorkomen dat een trein bij Start of Mission nog niet over deze informatie beschikt, bijvoorbeeld omdat de trein met afgeschakeld ERTMS / ETCS systeem is verplaatst. Zolang de treinpositie onbekend is zal het walsysteem geen MA afgeven.
Tandem / Voorspan-opdruklocomotief
Twee of meer tractievoertuigen die mechanisch maar niet elektrisch aan elkaar zijn gekoppeld en die in dezelfde trein worden gebruikt. Voor elk tractievoertuig is een aparte machinist/bestuurder nodig. Slechts één eenheid wordt als tend aangeduid, de andere eenheden worden daarom als niet-leidend geclassificeerd.
Track Condition
Informatie die naar de ERTMS/ETCS boordapparatuur wordt verzonden om de machinist/bestuurder en/of de trein op de hoogte te stellen van bijzonderheden in de infrastructuur. Deze informatie heeft betrekking op andere functies dan snelheids- en afstandsbewaking. Bijvoorbeeld glad spoor of stroomafnemer op/neer.
Track Description
TSR - Temporary Speed Restriction
Wanneer een TSR is opgenomen in de MA, toont de DMI een nieuwe lagere doelsnelheid. Dit verschilt niet van de manier waarop de DMI vaste snelheidsbeperkingen toont. Nadat de gehele trein de TSR gepasseerd is, kan de DMI – afhankelijk van de baaneigenschappen – weer een hogere doelsnelheid tonen die de machinist direct op kan volgen.
Bij rijden in een Mode zonder MA (bijvoorbeeld de Mode Staff Responsible) en tijdelijke snelheidsbeperkingen lager dan 40 km/h, volgt de machinist de geplaatste L-, A- en E-borden op.
Wanneer een TSR niet in de MA is opgenomen, krijgt de machinist de aanwijzing Snelheid begrenzen (SB) of de aanwijzing Voorzichtig rijden (VR) van de treindienstleider. Deze aanwiijzingen worden in de toekomst vervangen door European Instruction 5.