Het invoeren van een digitaal beveiligingssysteem gaat niet van vandaag op morgen. Het is een van de grootste veranderingen sinds de elektrificatie van het spoornet en de grootste transitie in de spoorsector van de afgelopen decennia. Dat vraagt voorbereiding en kost tijd. De Programmadirectie ERTMS werkt al sinds 2015 aan de plannen voor ERTMS, samen met alle betrokken partijen en heeft de regie over het programma.
Operatie
Ruim 15.000 medewerkers krijgen door de komst van ERTMS te maken met veranderingen in hun werk. Daarom moeten spoororganisaties op tijd beginnen met voorbereidingen, zoals het aanpassen van processen en het opleiden van personeel. De implementerende organisaties, waaronder de reizigers- en goederenvervoerders, zijn daar zelf verantwoordelijk voor.
Materieel
De treinen die nu en straks op het spoor rijden moeten worden omgebouwd. Ombouwen betekent dat het materieel wordt voorzien van een ERTMS-boordcomputer. Daarmee kunnen treinen op ERTMS-baanvakken rijden. De treinen krijgen ook een STM. Daarmee kan een ERTMS-trein ook rijden op de baanvakken die nog niet zijn omgebouwd.
Infrastructuur
De infrastructuur aanpassen vraagt veel tijd. Er komt een centraal beveiligingssysteem en we passen bestaande systemen aan. Ook de baan wordt aangepast. Op het spoor komen bakens en de seinen verdwijnen. Tussen nu en 2031 worden zeven baanvakken en de Noordelijke lijnen omgebouwd.
Stap voor stap migreren
Het invoeren van het nieuwe beveiligingssysteem is een van de grootste veranderingen voor de spoorsector in de afgelopen decennia. Om te zorgen dat de overgang vlekkeloos verloopt en de kwaliteit van het Nederlandse spoornetwerk hetzelfde blijft, wordt ERTMS in tien stappen ingevoerd. Alle spoorpartijen moeten samen de puzzel leggen om ERTMS te laten werken.